Archeologische vondsten

In het midden van de 19de eeuw kwam in Twente de verdeling van de markegronden goed op gang. De inkomsten uit de textielindustrie werden door fabrikanten voor een deel belegd in de aankoop van deze woeste gronden. Een groot deel ervan werd vervolgens bebost of in weide of bouwland omgezet. Daarbij vond men urnen, gebruiksaardewerk en werktuigen van steen, brons of ijzer.

Sommige fabrikanten zagen in het zoeken en verzamelen een nieuwe hobby waarvan de resultaten konden worden getoond in de Oudheidkamer. In 1930 werd met de archeologische collectie van de Oudheidkamer een aparte afdeling van het Rijksmuseum Twenthe ingericht. Die collectie was, behalve door eigen vondsten bij opgravingen, opgebouwd door aankoop en schenkingen.

Tot ver in de 20ste eeuw vonden er opgravingen plaats onder leiding van de Oudheidkamer en het Rijksmuseum. Toen in 1993 hun onderlinge band door de overheid werd verbroken, ontstond een minder heldere situatie. Die eindigde bij de verhuizing van een groot deel van de collectie naar een nieuw opgezet Provinciaal Archeologisch Depot in Deventer (2005) en een ander deel naar het museum TwentseWelle in Enschede (2008, nu De Museumfabriek). 

Bij beide organisaties is de collectie te bestuderen en kunnen delen ervan in bruikleen worden uitgegeven. Neem hierover contact op met de desbetreffende organisatie.

Bij beide organisaties is de collectie te bestuderen en kunnen delen ervan in bruikleen worden uitgegeven. Neem hierover contact op met de desbetreffende organisatie.